Hoe zij-instromen in het onderwijs het leven van Janneke heeft veranderd
Jarenlange ervaring + frisse energie ‘van buiten’: wat gebeurt er als je die twee krachten samenbrengt? In deze aflevering van ECHTE VERHALEN een dubbelinterview met Ingrid, leerkracht en interne coach op basisschool Het Open Venster in Rotterdam-Zuid, en Janneke, leerkracht in opleiding via ECHT Onderwijs op dezelfde school. Wat heeft later in je carrière het onderwijs in gaan voor effect op je leven? Wat leer je als zij-instromer van ervaren collega’s, en leren zij ook nog iets van jou? Ik vraag het ze tijdens een dubbelgesprek.
Vertel eens, wie zijn jullie en waarom zitten jullie hier?
J: “Ik ben Janneke, net 40 geworden, kom uit Den Haag en ik ben hier omdat ik na 17 jaar in het bedrijfsleven als bedrijfsleider bij onder andere Xenos en Casa iets meer wilde betekenen voor de samenleving. Ik heb zelf twee kleine kindjes, en door hun komst ging ik mezelf de vraag stellen: ‘Er moet toch méér zijn wat ik kan bijdragen aan de maatschappij dan wat ik nu doe?’. Doordat zij naar school gingen, ging ik me verdiepen in hoe een kind leert, en dacht ik, ‘Hier wil ik aan bijdragen’. Het onderwijs was dankzij m’n omgeving al redelijk dichtbij; m’n moeder komt uit het onderwijs, m’n vriend geeft les op de Haagse Hogeschool, vriendinnen die erin werken. Dus toen ben ik gaan oriënteren en ging al vrij snel de knop om: ik wilde het basisonderwijs in. Eerst heb ik zelf gesolliciteerd in Den Haag, waar ik te horen kreeg ‘Zou je dat nu wel doen als jonge moeder?’. Toen kwam ECHT Onderwijs op m’n pad en kon ik vrij snel gaan starten hier bij deze school, die een goede match bleek. Ik heb hier helemaal m’n plek gevonden bij de kleuters. Ik heb zelf een kleuter thuis, dus ik had niet per se verwacht dat ik het lesgeven aan deze groep zo leuk zou vinden, maar die ongeremdheid, de dingen die ze uit het niets kunnen zeggen, hoe ontwapenend ze zijn en hun verwondering over álles wat mooi en nieuw is, dat vind ik geweldig!”
I: “Ik ben Ingrid, en mijn moeder zegt altijd, ‘Al zo lang als je kan praten wil je juf worden’. Ik werk dan ook al 33 jaar als juf op deze school, waarvan ik de afgelopen 20 jaar daarnaast ook stagiaires en startende collega’s begeleid. De laatste vier jaar zijn daar ook de zij-instromers bijgekomen. Mijn begeleidende rol richting stagiaires begon heel laagdrempelig, destijds stond opleiden binnen de school nog in de kinderschoenen. Van lieverlee ging ik opleidingen ervoor volgen en breidde m’n rol steeds verder uit, maar ik probeer het nog steeds laagdrempelig in te steken; ik ben ook in de eerste plaats juf, ik weet hoe het is om voor die groep te staan. Ik ervaar zelf ook nog steeds dat werken met kinderen een afwisselende uitdaging is. Dan kun je het heel mooi bedacht hebben vanachter je bureau, maar de praktijk is vaak toch anders. Ik probeer een neutraal aanspreekpunt te zijn voor jonge mensen die de stap naar het onderwijs maken, of het nu stagiaires of zij-instromers zijn; klop bij me aan met waar je tegenaan loopt, dan praten we erover. Ik hoop niet dat ik ooit hoef te kiezen tussen coachen en lesgeven, want ik ben bang dat ik dan voor het laatste ga! Ik heb alle klassen lesgegeven, ik vind het allemaal even leuk, als je maar je eigen stempel op zo’n klas kunt drukken.”
Hoe bevalt de praktijk voor jullie beiden, als zij-instromer en ervaren onderwijsprofessional die de nieuweling begeleidt?
J: “Ik ging er redelijk blanco in, deze carrièreswitch. Alles is natuurlijk nieuw, dus je gaat als een spons alles in je opnemen, om maar zoveel mogelijk te leren. ‘Hoe kan ik het zo goed mogelijk doen voor de kinderen?’ had ik steeds in m’n hoofd. Als je dan ziet dat ze iets leren, dat je ze iets meegeeft, is dat echt een beloning.”
I: “We hebben heel veel gepraat de eerste weken; hoe loopt het, waar loop je tegenaan en wat moet anders? Maar ook, wat lukt er wel, hoe kunnen we dat uitvergroten? Als zij-instromer moet je het allemaal snel oppikken, dus in mijn ervaring kun je iemand het beste zoveel mogelijk laten afkijken en nadoen, zodat ze gaandeweg hun eigen stijl kunnen ontwikkelen.”
I: “Zij-instroom is natuurlijk in het leven geroepen vanwege het lerarentekort, maar brengt ook enthousiasme, motivatie, nieuwe inzichten en levenservaring mee. Of je nou Janneke of iemand die net van de havo komt voor een groep zet, dat is wel even een verschil. Zodra jij voor de klas ging staan, was je meteen de juf.”
J: “Ja, omdat jij mij ook meteen presenteerde als de juf. Ik heb van jou de ruimte gekregen om er te gaan staan en het te doen. Dat betekent ook dat je fouten maakt die je vervolgens zelf moet oplossen, maar doordat jij niet meteen ingreep, kon ik dat wel zelf leren.”
I: “En je bent enorm snel gegroeid! Na anderhalf jaar tijd geef je al 2,5 dag zelfstandig les.”
J: “Het is zo belangrijk om goede ondersteuning te krijgen, daarom is het traject dat ik volg zo fijn. Als het niet gaat, dan weet je dat je er niet alleen voor staat.”
Wat zouden jullie zeggen tegen iemand die overweegt om zij-instromer te worden?
J: “Als je het overweegt, verdiep je erin en ga ervoor. Zoek naar een voor jou passende ingang, ga meekijken op scholen, maak een plan van aanpak en ga het gewoon doen.”
I: “Maar je moet er ook niet te licht over denken!”
J: “Nee zeker niet, die school waar ik destijds in Den Haag solliciteerde had ergens een punt, hoewel ik hun antwoord te zwart-wit vond. Maar het is wel echt een pittig traject ja. Realiseer je van tevoren dat je het echt heel goed moet organiseren. Als je alles duidelijk afstemt met de mensen om je heen en je vooruit plant is het goed te doen, maar het is oprecht zwaar van tijd tot tijd. Je moet zelf weer de schoolbanken in, naast dat je zelf voor de klas staat. Maar als je het wil, kan het zeker.”
I: “Ik vind dat als je deze stap wil zetten, je goed voor jezelf moet kunnen motiveren waarom je het wil, want het is een stap die gedurende een aantal jaar je privéleven beïnvloedt. Janneke heeft een vangnet dat achter haar staat, en dat is wel heel belangrijk, een achterban die achter jouw keuze staat. Daarnaast moet je planmatig kunnen werken, streng kunnen zijn voor jezelf wanneer nodig, en alles goed bijhouden. Het is niet zozeer verschrikkelijk moeilijk, maar vooral veel. Trek samen op met je medestudenten en wees ook kritisch naar de school waar je aan de slag gaat. Een school moet een commitment maken om plek te bieden aan nieuw talent; dat levert de school nieuwe inzichten en fijne collega’s op die een hele bewuste keuze maken voor het onderwijs, en die vanuit hun eigen achtergrond weten wat het is om als teamlid binnen een organisatie te functioneren. Maar het kost óók tijd en energie om ze wegwijs te maken. Álles is nieuw, dus ze moeten ook alles kunnen vragen. Je wil dus wel op een school terecht komen die er echt voor open staat.”
Waar kijken jullie naar uit?
J: “Klaar zijn met het studiegedeelte! Dan heb ik geen dubbele agenda meer en kan ik me volledig storten op plannen maken met mijn duo-leerkracht. Ik merk dat ik op deze bijzondere school, die middenin de wijk staat, echt iets toe kan voegen. Veel kinderen hier hebben echt dat beetje extra nodig. Ze gaan na zoveel jaar alleen met papa en mama voor het eerst naar school en leren vaak hier pas Nederlands. Ze komen zo graag naar school om te leren. Hier worden ze blij, maar vertellen ze het ook als het soms wat moeilijker is. Dan komen ze een knuffel bij je halen, en daarom ben ik zo graag hier; ik kan hier echt iets voor de kinderen betekenen.”
I: “Geef mij nog maar tien Jannekes! Je past zo goed binnen het team, vanaf het eerste begin had je een klik met velen, waaronder met mij. Ik vind het onderwijs zelf nog zo leuk, dat het geweldig is om het over te kunnen dragen op iemand anders die het vol overgave oppakt. Wat mij betreft is Janneke’s verhaal echt een succesverhaal.”
J: “En daarom blijf ik hier ook, ik ben helemaal op m’n plek!”