Van de kinder-opvang naar het klaslokaal: het echte verhaal van Hiske
In de rubriek ECHTE VERHALEN interviewen we onderwijsprofessionals over hun ervaringen. Hoe ga je van spelen met het idee van werken in het onderwijs naar écht die stap naar het klaslokaal maken? En waar loop je onderweg tegenaan?
In de rubriek ECHTE VERHALEN interviewen we onderwijsprofessionals over hun ervaringen. Zo ook bevlogen docenten in spe die via ons zij-instromen in het onderwijs. Hoe ga je van spelen met het idee van werken in het onderwijs naar écht die stap naar het klaslokaal maken? En waar loop je onderweg tegenaan? We vragen het Hiske Haagsman, mbo-docent in opleiding bij ECHT Onderwijs.
Wie ben je, wat is je achtergrond en wat doe je nu?
“Ik ben Hiske, 33 jaar, en mijn achtergrond ligt in de jeugdzorg en kinderopvang. Ik heb de Bachelor Social Work gedaan, wat toen nog SPH heette, met als drijfveer dat ik in de jeugdhulpverlening wilde gaan werken. Toen dit eenmaal zover was, ontdekte ik snel dat het systeem zo ingericht is dat ik er doodongelukkig van werd. Voor mijn gevoel was ik jongeren aan het straffen voor fouten die ze gemaakt hadden door hun omgeving. In de crisisopvang voor pubers zag ik dat 9 van de 10 jongeren daar vooral terecht waren gekomen door het systeem om hen heen; ouders die al in de problemen zaten, een gebrek aan eerlijke kansen. Ik raakte gefrustreerd, want dit bleek voor mij niet de manier waarop ik met deze doelgroep wilde werken. Na de realisatie dat ik liever preventief werk wilde doen door kinderen te laten zien dat er altijd keuzes en kansen zijn, ben ik de kinderopvang ingerold. Dit heb ik 10 jaar lang met veel plezier gedaan, ik vond het leuk om met kinderen in contact te zijn op de groep. Binnen de organisatie ging ik extra functies oppakken en groeide ik uiteindelijk door naar een leidinggevende rol. Maar vorig jaar was het tijd voor iets nieuws: in september 2021 ben ik gestart als mbo-docent in opleiding op het mbo-college West van het ROC Amsterdam. Hier worden alleen zorg-en-welzijn-opleidingen gegeven, en ik ben actief binnen de afdeling pedagogisch werk en onderwijsassistente. Ik geef de pedagogische vakken aan alle studenten die willen werken met kinderen tussen de 0 en 13 jaar, en daar geniet ik heel erg van!”
Waarom de switch naar het onderwijs?
“Een deel van de taken als leidinggevende in de kinderopvang gaf me een aantal jaar zeker voldoening, want die vond ik leuk. Maar een groot deel, eigenlijk de hele business-kant ervan, interesseerde me niet echt. Het gaat mij niet om winst maken, ik wil pedagogisch gezien goede dingen neerzetten. Ik ging helemaal aan wanneer ik bijvoorbeeld met stagiaires in gesprek ging over hoe ze dingen aan konden vliegen, of wanneer ik interne trainingen mocht geven. Van dat soort dingen kreeg ik zin om vroeg op te staan, maar op den duur ging om 7:30 uur beginnen me toch steeds meer tegenstaan. Toen dacht ik, ‘Ik ben 32 en dus veel te jong om met tegenzin naar m’n werk te gaan’. Maar wat dan? Toen ben ik gaan kijken, waar krijg ik energie van? Een jeugdige doelgroep, maar ook het stuk pedagogiek. Ik kwam tot de conclusie dat ik het heel belangrijk vind om iedereen die een rol heeft in de opvoeding van kinderen zich bewust te maken van het feit dat je een invloed hebt op iemands leven, en een passie om daar in uit te blinken aan wil wakkeren. Dus ik dacht, ik ga gewoon een hele generatie die dat werk doet dát meegeven.”
Waarom de keuze voor het mbo?
“Ik dacht kort over het basisonderwijs, maar kwam tot de conclusie dat ik het veel te leuk vind om over mijn vak te praten. Ik wilde de kennis die ik door de jaren heb opgedaan júist kunnen inzetten. Zo kwam ik uit op de praktische opleiding voor dit beroep.”
Waarom heb je voor zij-instromen via ECHT Onderwijs gekozen?
“Toen ik eruit was dat het middelbaar beroepsonderwijs iets voor mij was, ben ik gaan zoeken hoe ik aan een lesbevoegdheid zou komen. Via via kwam ik op het concept van zij-instromen. Ik ben scholen gaan mailen met de vraag ‘Ik wil zij-instromer worden, bij wie moet ik zijn?’. Maar dan kreeg ik terug dat ik moest wachten tot er een vacature open zou staan en dat ze die nu niet hadden. Maar als ik eenmaal weet wat ik wil, dan wil ik ook starten, afwachten ben ik veel te ongeduldig voor. Dus na een online zoektocht kwam ik bij ECHT Onderwijs terecht, en door de gesprekken die ik daar mee voerde dacht ik, ‘Eigenlijk is dit een veel fijnere aanvliegroute dan hoe scholen er mee omgaan’. Het hele traject van ECHT Onderwijs voelde als een veel logischere keuze voor mijn manier van leren en ontwikkelen. Op de valreep voor de zomervakantie kreeg ik van ECHT Onderwijs te horen dat ik een plekje had: nota bene op de school waar ik zélf ook eerder had gesolliciteerd. Dezelfde opleidingsmanager die me destijds mededeelde dat er geen vacature was, belde nu voor een kennismaking en met de mededeling dat ze mij toevoegen aan het team echt als een cadeautje zagen. Nou, toen heb ik wel even feest gevierd!”
Hoe bevalt het zij-instromen in de praktijk?
“Ik moet zeggen, ik heb echt een hele fijne, zachte landing mogen hebben in het mbo-collegeteam en het onderwijs an sich. De eerste weken keek ik mee, toen voorzichtig m’n teen in het lesgeefwater mogen dopen, af en toe een opdrachtje doen. En nu een aantal maanden verder geef ik m’n eigen lessen met een collega erbij. Ik geniet er echt heel erg van. Van tevoren zeiden veel mensen ‘Hiske, weet je het zeker? Wil je echt op die plek lesgeven, weet je genoeg over de doelgroep, kun je je genoeg in hen verplaatsen? Dit is heel anders dan het onderwijs dat jij hebt gehad’. En dan hoor je ook de horrorverhalen, dat je kneiterhard moet werken voor een minimale hoeveelheid respect en dat er weinig plezier aan te beleven valt. Ik was dus benieuwd hoe heftig de klassen zouden zijn, maar ik heb dit totaal niet zo ervaren tot nu toe. De studenten nemen mij vanaf moment één superserieus, stelden meteen vragen van ‘Mevrouw, hoe zit dit en dat?’, dus dat beviel me meteen heel goed. Collega’s zeggen dat het lesgeven in me lijkt te zitten en dat ik daarom makkelijk geaccepteerd wordt, maar ik denk ook zeker dat ik het juiste vak heb gekozen om te geven. Kortom, het bevalt me uitermate goed! Juist mijn dubbele rol als leraar én tegelijk zelf ook student zorgt ervoor dat ik mijn studenten beter snap. Bijvoorbeeld nu met de online lessen door covid, ik vind dat lastig - ik ben geloof ik niet zo geschikt voor het volgen van online lessen. Ik wil dingen kunnen toepassen, maar met online lesgeven moet je heel veel wachten op de rest van de klas. Maar dat, inzien waar ik zelf afhaak, kan ik weer meenemen in mijn eigen lessen.”
Juist mijn dubbele rol als leraar én tegelijk zelf ook student zorgt ervoor dat ik mijn studenten beter snap.
Hoe komt je eerder opgedane kennis en expertise nu van pas voor de klas?
“Ik merk dat ik oneindig veel voorbeelden kan geven van de theorie die ik ze uitleg. Niet alleen studenten, maar ook collega’s zijn daar heel blij mee, want het zijn voorbeelden waar zij net niet aan dachten omdat ze al te lang uit de kinderopvang zijn. En de studenten helpt het ook echt, want dat maakt het alleen maar praktischer voor ze. Ik krijg terug dat het dan fijn is dat er iemand is die het vak inhoudelijk heel goed kent, maar ook de randzaken eromheen snapt. Die vakkennis is ook wel meteen m’n valkuil, want in mijn enthousiasme kan ik enorm van m’n primaire lesonderwerp afwijken. Ik vind het gewoon veel te leuk als er interactie ontstaat en zo’n hele klas meedoet. In gesprek gaan wanneer iemand iets vraagt en praktijkervaringen uitwisselen is natuurlijk heel waardevol, maar om daarin goed met m’n tijd om te gaan, daar loop ik het meest tegenaan. Sowieso timemanagement; als ik lesplan maak en ik denk dat iets een kwartier gaat duren, blijkt het een half uur te zijn. Gelukkig is er enige speling opgenomen in de lesperiode."
Wat is hetgeen waar je tot nu toe het meest trots op bent?
“Ik denk eigenlijk wel de stap naar het onderwijs an sich. Ik heb een aantal keer gehoord dat mensen niet hadden verwacht dat ik pas net was begonnen, dus dan ben ik wel heel trots op de manier waarop ik vol vertrouwen voor die groepen sta. De eerste keer was ik vol angst, stond ik voor m’n gevoel te trillen als een rietje, schokte m’n stem en dacht ik ‘Ze ruiken het angstzweet op m’n rug’, haha! Maar toen de collega die meekeek zei ‘Wat deed je dat rustig’, terwijl ik me vanbinnen zo totaal niet voelde, dacht ik, ‘Hmm, als ze dat niet zien, dan kan ik dit blijkbaar wel’. Ik straal blijkbaar iets uit zonder dat ik het doorheb. Veel mensen zeiden van tevoren, ‘Ik zie het je zo doen’, maar dan was ik bang dat ik misschien toch te zenuwachtig zou worden van de groepsdruk. Maar nu snáp ik ook dat ik het echt kan. Eindelijk heb ik een beroep gevonden waar ik voor gemaakt ben!”
Waar kijk je het meest naar uit?
“Je eigen examenklas die een examen haalt, dat je dat mag meevieren met ze, dat lijkt me heel tof om mee te maken. Het gevoel van, we hebben dit met z’n allen gedaan. Ik heb nu een eigen klas eerstejaars, en ik ga met hen mee naar hun examenjaar, dus ik hoop volgend jaar rond deze tijd dit zelf mee te maken.”
Blijkbaar zit er iets in je wat het wil en anders blijft dat trekken - als je het niet probeert, dan weet je het ook niet.
Wat wil je anderen die zich oriënteren op het onderwijs als tip meegeven?
“Gewoon lekker doen! Ga een keer naar een school die je interessant lijkt om te vragen of je een dagje mee kan kijken; de meeste scholen staan daar wel voor open, en zo kun je je goed oriënteren op welke doelgroep bij je past. Maar sowieso het onderwijs in gaan als je erover nadenkt. Blijkbaar zit er iets in je wat het wil en anders blijft dat trekken - als je het niet probeert, dan weet je het ook niet. Ik vind het een heerlijk idee dat ik 33 ben en dat ik opnieuw als student een hele nieuwe toekomst voor mezelf aan het creëren ben. Na 10 jaar weer een andere richting, tuurlijk! Je bent nooit te oud om de switch te maken, want juist dan heb je iets toe te voegen.”