Wat is dyscalculie?

Iemand met dyscalculie heeft moeite met rekenen en wiskunde, maar ook het algemeen lezen van en werken met getallen. Tijd inschatten en hoofdrekenen gaan dus erg moeizaam, maar ook het onthouden van rekenregels (zoals altijd eerst binnen de haakjes oplossen) zijn een uitdaging. Naast dat het bakken van een taart lastiger wordt door al die afgemeten ingrediënten die je moet lezen, zijn rekenlessen dus je grootste vijand als je dyscalculie hebt. Dyscalculie houdt overigens geen verband met iemands IQ of intelligentie.

Dyscalculie in de klas

Een officiële diagnose van dyscalculie kan gegeven worden door een psycholoog of een orthopedagoog. Hier komt een kind pas terecht na een verwijzing van een (jeugd)arts, wanneer blijkt dat extra oefening en aandacht niet veel vooruitgang boeken.

Met een dyscalculie-verklaring op zak, wordt het voor kinderen makkelijker om extra hulp, begeleiding en uitzonderingen te krijgen. Op de basisschool verschilt dit per school, gebaseerd op het zorgplan. In het voortgezet onderwijs zijn er een aantal voorzieningen voor leerlingen met dyscalculie, vooral bij toetsen en examens. Hoewel een formulekaart en rekentabel niet zijn toegestaan, mogen ze wel bij iedere toets of examen een rekenmachine er bij houden, ongeacht welk vak. Ook kunnen ze maximaal 30 minuten extra tijd krijgen bij centrale examens.

Fun facts over dyscalculie

  • Dyscalculie is verwant aan, en gaat soms ook samen met, dyslexie. Ook ADHD komt vaak bij dezelfde mensen voor:
  • De oorzaken van dyscalculie zijn nog redelijk onduidelijk, voornamelijk omdat er meerdere hersengebieden bij actief zijn;
  • Ook bij het leren van nieuwe talen kan dyscalculie in de weg zitten. De volgorde van hoe een getal wordt uitgesproken is namelijk per taal anders. Het getal 87 is bij ons namelijk “zeven-en-tachtig”, maar in het Engels “tachtig-zeven” en in het Frans zelfs “vier-twinting-zeven”. Ook taal is goochelen met cijfers dus!

Bronnen