Een uitleg van de afkorting ASS

Om de eerste verwarring op te klaren: er zijn drie verschillende diagnoses, die vóór de introductie van ASS veel voor kwamen, die nu onder ASS vallen. Dat zijn:

  1. Klassiek autisme;
  2. Het syndroom van Asperger;
  3. Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified (PDD-NOS).

Die laatste is vrij vertaald ‘Doordringende Ontwikkelings Stoornis Niet Anders Gespecificeerd’, en tsja, dan weet je nog niet heel veel, toch? Dit was eigenlijk een soort restcategorie, voor mensen die wel autistische kenmerken hebben, maar niet netjes in een hokje van de andere categorieën passen.

Hoewel er dus verschillende vormen van ASS zijn, die zich allemaal net wat anders uiten, is de gemene deler als volgt: informatie wordt op een andere manier verwerkt dan bij leerlingen zonder ASS. Sommige prikkels ervaren leerlingen met ASS heel intensief, andere gaan juist volledig aan hen voorbij. Hierdoor gedragen zij zich ook anders. Ze kunnen bijvoorbeeld compleet opgaan in een interesse en dingen eindeloos herhalen, omdat het voor hen interessant blijft. Vaak hebben ze baat bij structuur en vastigheid, omdat ze een specifieke manier hebben waarop het voor hen logisch is iets te doen, en dus voelt het vertrouwd als het op die manier gaat. Dit kan als gevolg hebben dat leerlingen met ASS qua sociale interactie niet helemaal lekker uit de verf komen, aangezien ze anderen lastig kunnen begrijpen, omdat zij niet die specifieke logica volgen. Mensen met ASS hebben op andere vlakken weer een voorsprong; door hun voorkeur voor structuur zijn ze vaak goed in patroonherkenning, en als ze iets interessant vinden kunnen ze uitstekend focussen.

ASS in het onderwijs

De mate van begeleiding die kinderen met ASS nodig hebben is zeer uiteenlopend. Zo zijn er kinderen die zoveel moeite hebben met prikkels en sociaal contact dat ze beter tot hun recht komen op een school voor speciaal onderwijs. Maar andere leerlingen met ASS kunnen prima vooruit in het reguliere onderwijs. Vaak is bij deze leerlingen begeleiding bij hun planning en het structureren van de lesstof een manier om hen goed op weg te helpen. Het gaat er dus vooral om dat leerling, leraar, ouders en eventueel andere zorg- of onderwijsprofessionals in gesprek gaan met elkaar om af te stemmen wat het kind nodig heeft voor de best mogelijke ontwikkeling.

Fun facts over een autismespectrumstoornis

  • Onderzoek naar hoeveel mensen ASS hebben staat nog in de kinderschoenen, maar naar schatting ligt het tussen de 1% à 2% van de bevolking;
  • Autisme komt ongeveer drie keer zo vaak voor bij jongens als bij meisjes;
  • De lijst van bekende personen die (vormen van) ASS hebben of hadden is vrij lang, maar een paar die eruit springen zijn Albert Einstein, Elon Musk en Vincent van Gogh.

Bronnen

Balans, vereniging voor ouders. (2022, november 17). Positiviteit en voordelen van autisme! - Balans, vereniging voor Ouders. https://balansdigitaal.nl/kennisbank/ontwikkelingsproblemen/positieve-kanten/positiviteit-en-voordelen-van-autisme/#:~:text=Voorbeelden%20van%20beroemde%20mensen%20met,oprichter%20Apple)%2C%20Elon%20Musk%20( 

Cijfers over autisme | Nederlands Jeugdinstituut. (2021, 9 juni). https://www.nji.nl/cijfers/autisme#:~:text=Er%20is%20in%20Nederland%20geen,geschat%2C%20of%20ongeveer%201%20procent

Hersenstichting. (2023, juli 4). Wat zijn autismespectrumstoornissen (ASS) ? - Hersenstichting. https://www.hersenstichting.nl/hersenaandoeningen/autismespectrumstoornissen-ass/ 

NVA, Nederlandse Vereniging voor Autisme. (2019, 15 januari). NVA - Autisme en Passend Onderwijs. https://www.autisme.nl/over-autisme/onderwijs/autisme-en-passend-onderwijs-2/

NVA, Nederlandse Vereniging voor Autisme. (2023, 3 februari). NVA - prevalentiecijfers over autisme. https://www.autisme.nl/over-autisme/onderzoek-naar-autisme/prevalentiecijfers-over-autisme/