Professionaliseringsbudget

Het professionaliseringsbudget per onderwijstype

Een kleine disclaimer voor we beginnen; een aantal onderwijsvormen, zoals bijvoorbeeld het hbo en wo, hebben iets ingewikkeldere en/of meer variërende regels over budgetten voor scholing van hun personeel. Deze zijn allemaal vastgelegd per cao. Wij leggen de focus in dit begrip dan ook op de professionaliseringsbudgetten in het primair en voortgezet onderwijs. Maar niet getreurd: de Algemene Onderwijsbond heeft die informatie hier wel voor je, mocht je daar naar op zoek zijn.

Het professionaliseringsbudget in het primair onderwijs

Als leerkracht in het primair onderwijs heb je recht op twee uur per week voor je eigen professionele ontwikkeling. Bij een fulltime dienstverband betekent dat dus flink wat tijd om te investeren in jouw groei, zeker aangezien je deze uren zelfs kunt opsparen om hele scholingsdagen te volgen. En het mooie is: deze uren staan helemaal los van teamscholingen.

Naast tijd is er ook geld beschikbaar: per school is er gemiddeld minimaal € 500 per fte gereserveerd voor scholing. Hoe dit budget wordt verdeeld? Daar heeft de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad (MR) een belangrijke stem in. Zij bepalen hoe het totaalbudget binnen de school wordt ingezet.

Wil jij je verder ontwikkelen, maar weet je niet precies hoe je deze uren of het scholingsbudget optimaal benut? Ga in gesprek met je schoolleiding of MR en ontdek de mogelijkheden!

Het professionaliseringsbudget in het voortgezet onderwijs

Op de middelbare school wordt 10% van de personele bekostiging jaarlijks gereserveerd voor professionalisering. Dit betekent dat je als docent in het voortgezet onderwijs recht hebt op minimaal 83 klokuren per jaar voor je eigen ontwikkeling. Werk je als onderwijsondersteuner? Dan heb je recht op minimaal 40 klokuren voor professionalisering. En ook hier geldt: je bepaalt zelf hoe en wanneer je deze uren inzet.

Het financiële aspect van je professionaliseringsbudget is iets anders geregeld in het voortgezet onderwijs dan in het primair onderwijs, want het gaat niet per fte: zowel docenten als onderwijsondersteunend personeel ontvangen €600 per jaar voor scholing.

Fun facts over het professionaliseringsbudget

• Een groot deel van de leerkrachten po (73%) en docenten vo (52%) is niet op de hoogte van het budget dat zij beschikbaar hebben voor hun persoonlijke en professionele ontwikkeling.
• Een derde (34%) van de docenten VO geen afspraken gemaakt met hun direct leidinggevende over hun persoonlijke en professionele ontwikkeltraject.
• Twee op de vijf leerkrachten PO (40%) en bijna de helft van de docenten VO (45%) vindt het moeilijk om het aanbod van professionaliseringsactiviteiten met elkaar te vergelijken.