De structuur van een school: Wie werken er op een school binnen een schoolteam naast leraren?
Zoals je eerste schooldag als kind ooit spannend of zelfs intimiderend was, zo kan je eerste schooldag als leraar dat ook zijn. Vroeger kende je geen van je klasgenootjes, en nu moet je gaan uitvogelen wie al die mensen in de personeelskamer nu eigenlijk allemaal zijn, en wat ze allemaal doen. Je hoeft je echter geen zorgen te maken, want in deze blog leggen wij uit hoe een schoolteam nu precies in elkaar steekt, wie je naast je collega-leraren nog meer allemaal tegenkomt bij het koffiezetapparaat, en hoe jullie samen het beste uit jullie leerlingen kunnen halen. Kortom, hoe de structuur van een school er uit ziet.
Hieronder vind je alle functietitels die in deze blog voorbij komen. Tenzij het er expliciet bij staat, mag je er vanuit gaan dat deze functies binnen het primair, voortgezet en speciaal onderwijs voorkomen.
Schoolbestuur
Schooldirecteur
Teamleider
Medezeggenschapsraad
Receptionist
Administratief medewerker
IT-personeel
Roostermaker
Bibliothecaris/mediathecaris
Conciërge
Mentor
Intern begeleider
Onderwijsassistent
Leraar in opleiding
Zij-instromer
Logopedist
Remedial teacher
Orthopedagoog
Jeugdarts
Decaan
Tip: dit is een uitgebreide verzamelblog van alle collega’s binnen een schoolteam. Wil je meer weten over een specifieke functie? Alles met een linkje heeft een eigen begrip, dus klik vooral verder.
Schoolleiding
Laten we ‘bovenaan de voedselketen’ beginnen, met de leidinggevende posities. Dan moeten we natuurlijk beginnen bij het schoolbestuur. Het bestuur is eindverantwoordelijk voor wat er gebeurt op jouw school, en bepaalt de onderwijsvisie. Vaak heeft zo’n bestuur meerdere scholen onder hun hoede.
De schooldirecteur, of rector op vwo-scholen, voert op dagelijkse basis deze visie uit. Diegene neemt jou aan, gaat over het dagelijks onderwijsbeleid en doet ook een hoop administratie. Hierin worden deze mensen vaak ondersteund door een adjunct-directeur, of een conrector op vwo-scholen.
Dan is er de teamleider, of afdelingsleider: de tussenpersoon die communiceert met zowel de directeur als jou, de leraar. Een soort middenmanager eigenlijk dus. Ze pakken een hoop taken op waar de lesgevende staf niet aan toekomt. Denk aan het coördineren van het team, verschillende programma’s en activiteiten en het voeren van functioneringsgesprekken.
Als laatste in deze categorie hebben we de medezeggenschapsraad. Dit is een raad bestaande uit verschillende delen, vaak ouders en schoolpersoneel, en soms ook leerlingen. Deze raad moet met bepaalde plannen instemmen voordat het schoolbestuur ze mag uitvoeren, mag advies geven en kan soms ook zelf met initiatieven komen.
Algemene onderwijsondersteuning
Dat is allemaal leuk, dat leidinggeven, maar wie zorgt er op school nu écht voor dat alles op rolletjes loopt? Dat is onze volgende categorie van medewerkers, namelijk de algemene onderwijsondersteuning. Dit zijn mensen in functies die niet direct met zorg of onderwijs te maken hebben, maar wel broodnodig zijn binnen een school. Het verschilt uiteraard wel per school hoeveel van dit soort collega’s je hebt, niet iedere school zal al deze soorten functies hebben, maar dit zijn een paar van de meest voorkomende rollen.
Zodra je een school binnenloopt, is een receptionist vaak de eerste persoon die je tegenkomt. Samen met de administratief medewerkers zorgen zij dat alles soepel verloopt binnen een school. IT-personeel doet hetzelfde voor alle servers, digiborden en computers in het schoolgebouw. De roostermakers vertellen waar iedereen wanneer moet zijn, zodat zowel jij als jouw leerlingen enkel het maar hoeven op te zoeken en meteen door kunnen lopen naar het juiste lokaal. Boeken of een computer nodig? Daar zijn de biblio- of mediathecarissen voor. En de conciërges zorgen er natuurlijk voor dat de school er schoon en verzorgd uitziet. Althans, voor zover dat kan met kinderen die constant overal rondrennen natuurlijk.
Onderwijsinhoudelijke collega’s
Je denkt misschien: oké, andere leraren, dat spreekt toch wel voor zich? Maar er vallen meer dan alleen leraren onder de onderwijsinhoudelijke sectie van de school.
Zo kan een leraar bijvoorbeeld mentor zijn, wat betekent dat ze meer verantwoordelijkheid hebben over een stamklas die ze begeleiden.
Een intern begeleider is iemand die een hoop taken oppakt waar jij als leraar geen tijd voor hebt maar die leerlingen wel ten goede komen.
Een onderwijsassistent kan jou ook ondersteunen in het lesgeven, maar is niet bevoegd als volwaardig leerkracht.
En dan zijn er natuurlijk de leraren in opleiding, stagiaires en zij-instromers. Die zijn allemaal al wel onderweg naar het leraarschap, maar hebben allemaal net andere voorwaarden en taken dan reguliere leraren.
Zorgteam
Zo, de school zit organisatorisch en administratief goed in elkaar, en alles buiten én binnen de lessen verloopt soepel. Maar op individueel niveau merk je dat een van je leerlingen toch ergens mee worstelt. Dit is waar het zorgteam in actie komt. Elke school heeft zo’n team, bestaande uit verschillende soorten functies, allemaal met het doel om te ondersteunen bij eventuele gedrags-, ontwikkelings-, of leerproblemen van leerlingen.
Zo kan een logopedist bijvoorbeeld helpen met eventuele spraakproblemen. Dit komt vooral in het primair onderwijs voor, bijvoorbeeld kinderen die moeten leren hoe ze de letter L of R moeten uitspreken. Maar een logopedist kan ook jou als leraar helpen met het correct gebruiken en minder belasten van je stem in de klas.
Een remedial teacher is vooral bedoeld om kinderen met een structurele leerachterstand te helpen, door middel van coaching en begeleiding. Dit is dus geen bijlesdocent, maar echt een bevoegde leerkracht+ die een leer- of gedragsprobleem vaststelt, behandeld en de voortgang monitort.
In echt serieuze gevallen wordt er een orthopedagoog bijgeroepen. Dit is een absolute specialist in pedagogiek, universitair opgeleid en dus ook bevoegd om te serieuze problemen aan te pakken, zoals psychische problemen of een onveilige thuissituatie. Hierin werken ze uiteraard wel ook samen met andere partijen, waaronder jij als leraar.
Dan is er nog de jeugdarts, die een leerling normaliter maar drie keer hoeft te zien, als ze 5, 9 en 14 jaar oud zijn. Dat is dus twee keer op de basisschool en één keer op de middelbare school. Als leraar zul je hier dan ook waarschijnlijk weinig interactie mee hebben, maar in sommige gevallen kunnen er wel zaken ook met jou besproken worden.
Speciaal voor het voorgezet onderwijs nog een uitsmijter: de decaan. Hoewel deze niet echt deel uitmaakt van het zorgteam, is een decaan wel een belangrijke ondersteunende functie buiten de lessen om. De rol van de decaan is vooral om te helpen met de keuze voor een vervolgopleiding en/of beroepskeuze, zowel met het uitzoeken waar de interesse ligt als bij de toelating en inschrijving.
Ben je na het lezen van deze blog, en misschien ook enkele van de begrippen, benieuwd naar het onderwijs en waar jij het beste zou passen? Maak dan vrijblijvend een afspraak met een van onze zij-instroomadviseurs. Ook kan je altijd onze ‘welk type onderwijs past bij mij?’ quiz maken.